Hoe kies je het juiste anker?

Welk anker heb ik nodig?

De keuze van het anker wordt bepaald door:

  • Het vaargebied: op zee of getijdenwater moet het anker groter en zwaarder zijn.
  • De gemiddelde bodemgesteldheid van het vaargebied: op slappe grond is een anker nodig met grote vloeien/handen. Op vaste grond mogen de vloeien kleiner zijn.
  • Het type schip: de vorm en het gewicht van de boot zijn zeer belangrijk voor de ankerkeuze; een zwaar schip met een plompe vorm zal meer aan het anker sleuren dan een slanke, scherpe boot.
  • De opbergingmogelijkheden aan boord: zij kunnen mee de keuze van het anker bepalen, maar mogen niet doorslaggevend zijn.

Ankeren

Om veilig te ankeren moet er aan volgende voorwaarden voldaan worden:

  • Op de kaart bepalen we een plaats waar we kunnen ankeren.
  • We komen aan op de uitgekozen ankerplaats, met de kop in de wind of stroom.
  • We loden de diepte.
  • Het geschikt anker, eventueel met ankerboei, ligt klaar.
  • Het anker is voorzien van een ketting met een verloop van ongeveer vijf meter en voldoende koord.
  • Let erop dat de ankerlijn vooraan de boot goed vastzit.
  • Zorg ervoor dat je niet met je voet in de ankertros gaat staan, anders loop je het gevaar mee overboord te gaan bij het uitwerpen van het anker.
  • Met de motor in vrijstand komen we met de kop in de wind of de stroming tot stilstand.
  • Zet het anker overboord en vier zoveel ankerlijn totdat je merkt dat het anker houdt.
  • Neem enkele kruispeilingen op de kant en herhaal dat na een tijdje om te zien of het anker niet ‘krabt’ en dus wegschuift.
  • We hijsen de ankerbal.

Lengte van de ketting/tros

Een anker met enkel lijn houdt (veel) minder dan een anker met een ketting. De mengvorm, een ketting verloop van ± 10 meter, wordt vaak toegepast. Een voldoende groot ketting(verloop) houdt het anker plat op de bodem, waardoor het anker zich beter kan ingraven.

De aangewezen lengte van de ketting/tros is bij het gebruik van:

  • een volledige ankerketting: 3 x de waterdiepte.
  • een lijn met kettingverloop: 4 x de waterdiepte.
  • enkel een lijn (zonder kettingverloop): 5 x de waterdiepte.

Opmerking

De lengte van de ankerlijn (niet drijvend) is voor discussie vatbaar en sterk afhankelijk van het weer en type boot. Omdat we als duikers regelmatig ankeren op dieptes van 40 à 50 meter, zou een lijn van de aangewezen lengte nogal duur en plaatsrovend zijn. Vermits we onze boot nooit onbemand achterlaten en op de duikplaats niet ankeren bij zware zee, zal een lijn van 1,5 à 2 x de waterdiepte voldoende zijn. In de meeste gevallen zullen we dus veilig kunnen ankeren met en ankerlijn van 70 meter (voorzien van een kettingverloop). Bovendien zijn in de meeste gevallen onze ankergronden rotsachtig. Dus eenmaal de vloei of hand van het anker in een rotsspleet of achter een stevige rots zit, is zij niet meer los te krijgen.

Lengte van het kettingverloop:

De hoeveelheid kortschalmige ketting in verhouding tot boot is 1:1.
Dus 5 meter bootlengte = 5 meter kettingverloop.

Meer informatie over ankers

Ben je er na bovenstaande informatie nog niet uit wat voor anker je precies nodig hebt? Of heb je nog andere vragen? Neem dan contact met ons op.

Main Menu